Ik heb weinig politieke liedjes op mijn naam staan, het komt er nooit zo van als onderwerp.
Maar ik weet nog hoe ik tien jaar geleden al een week zwoegde op een vertaling van Vincent van Don McLean, toen die ochtend van 2 november Theo van Gogh werd vermoord.
Ik moest meteen denken aan een avond, ik dacht in café de Smoeshaan, toen Theo me op de bekende hoge toon en breed lachend had verteld hoe de wereld van het vrije woord in elkaar zat.
En mijn bezwaren wegwuifde met een satanische grijns: "Ja maar Lange, ik hou van die geitenneukers! Ik doe het voor hen!"
En mijn bezwaren wegwuifde met een satanische grijns: "Ja maar Lange, ik hou van die geitenneukers! Ik doe het voor hen!"
Van Vincent naar Theo was maar een kleine stap en de tekst rolde er zo uit.
Hij zit inmiddels weer in de Kampvuur-show. Hier is nog een YouTube filmpje van een optreden in het Vondelpark, jaren terug. Met dank aan "Flappie15".
Voor de verstaanbaarheid staat de tekst hieronder...
PS: Voor de liefhebbers: hij staat met gitaar en strijkers op Het beste van Jan Rot. Via Rotshop of iTunes.
PS: Voor de liefhebbers: hij staat met gitaar en strijkers op Het beste van Jan Rot. Via Rotshop of iTunes.
THEO
Sterren in de nacht, drank en vrienden meegebracht
Grachtengordel van smaragd
De wereld houdt hier op bij Amsterdam
Boven alles uit klinkt dat hoge stemgeluid
Klinkt de nar tot zijn kornuit:: ‘Gerammel aan de poorten is verplicht.’
Nu zie ik het licht, wat je mij toen zeggen wou
Van de spoken onderweg naar jou
En zo’n jongen in de nacht, kon niet horen wat je dacht en zag
Misschien vandaag de dag
Starre, starre nacht, bedevaart en boetekleed
Bij de baard van de profeet, de wereld houdt niet op bij Amsterdam
Wereld van verschil, kreupelrijmend codicil
Modegril of godeswil: bewaking van de poorten is verplicht
Nu zie ik het licht, wat je mij toen zeggen wou
Van de spoken onderweg naar jou
En zo’n stumper in de nacht kon niet horen wat je dacht en zag
Het wapen van de lach
En niemand besefte voor wie je liefde was
Het gouden kalf is afgeslacht en de sterren in de nacht
Die wacht een machteloze maatschappij
Maar je wist het zelf wel, kerel
De wereld is al klein voor mensen half zo dik als jij
‘s Morgens op de fiets, pal voor het stadsdeelkantoor
Iemand springt er zomaar voor, misschien weet je nog eventjes van niets
En al wil je er vandoor, woorden zijn niet kogelvrij
Laf vermoord en vogelvrij, een gruweldaad in Allahs aangezicht
En nu jij daar ligt, sta ik zomaar oog in oog
Met het antwoord op jouw ‘dialoog’
En ik snap waar jij naar zocht
Hoe klein de kans ook dat zo’n joch alsnog
Zijn oor leent aan Van Gogh
(c) Vincent, Don McLean, hertaling JR