maandag 25 december 2017

BEN JE 60?

'Ben je 60?'
Dat zeiden ze vroeger bij wijze van 'Ben je achterlijk of zo?'
Nu ben ik het, al een paar uur.
Het is nog even wennen.
Veertig of vijftig worden heeft iets stoers. Bij zestig hoor je ineens bij de bejaarden.
(Ben Kleyn)
Of nou ja, de senioren.
Maar dankbaarheid past.
En voorlopig kan ik weer even vooruit.  61, 62, 63 worden maakt niet uit.

'Jan is zo iemand die pas na zijn 60e echt in de prijzen valt,' voorspelde popnestor Jip Golsteijn begin van deze eeuw.
Ik maak daar de laatste tijd wel grapjes over. Dat het beste nog moet komen.
Dat ik nu op het punt van doorbreken sta.
Maar als het zo blijft, is het ook goed.
Ik hoor in ieder geval nooit dat mijn beste tijd ver achter mij ligt, en stap dan ook
met een verwachtingsvolle glimlach de volgende twintig jaar in.
Met een hele waslijst wat er per se nog allemaal gedaan en gemaakt moet worden.

Maar vandaag doe ik even helemaal niks.
Volmaakt tevreden. Zestig. Jongens, Jezus. Dat hebben we dan toch maar gehaald.

Ik blijf lekker in mijn kamerjas en lees nog even alle lieve reacties op ons nieuwe lied
'De Twaalf dagen met Kerstmis'.
Met ons zelf gefabriekte zangkoor, mama Daan achter de camera.

Wat mijn vader zei, toen hij destijds senior werd: 'Ik voel me een bevoorrecht mens.'
Fijne dagen iedereen!


maandag 4 december 2017

Magische avond...

 NB: KLIK HIER METEEN VOOR DE PRACHTFOTO's van JAAP REEDIJK


Na de twee repetitiedagen zijn de zorgen voor Carré verdwenen. Op zaterdag neem ik zelf nog eens alles door, maak na het eten  alleen nog snel technische lijst af qua ombouw van muzikanten, en schrap twee liedjes, want zo'n set moet een aaneenschakeling zijn van hoogtepunten, en is zo sterk als de zwakste schakel.
Om negen uur ga ik al naar boven.
'Alleen nog tasjes maken,' zeg ik tegen Daan, 'dat doe ik morgen wel.'
 Snelle check – niemand last minute afgezegd – en licht uit.
Ik kan toch niet slapen, maar gewoon liggen geeft ook rust.
Tussen vier en acht heb ik de wekker niet gezien, dus dat valt  mee. Daarna een uurtje in bad, spullen bij elkaar zoeken en de tasjes gaan maken. Want in de Carré-traditie krijgen de gastzangers een 'cultureel feestpakket', ditmaal mijn tekstbundel, een paar toepasselijke cd's, een chocoladeletter, en voor de feestelijkheid stop ik ook nog de originele Nederpopsingle van hun lied in de tas. Dave von Raven The life I live, Fay Lovsky Venus, Arthur Ebeling Oh lonesome me en Erik van Muiswinkel Paloma Blanca. De zusjes Klemann doe ik in één tas, want ik heb maar één 100 Years van Joey Dyser, en bovendien te weinig tassen.
Daan en de Rotjes komen later met de trein, Chrysler vol en naar de hoofdstad.
Keurig op tijd, zondag parkeerkaart op de Onbekende Gracht valt mee, krap drie tientjes voor hele dag, spullen in de lift, merchandise afgeleverd.
 Kleine teleurstelling: Herman van Veen heeft de mooie kleedkamer op slot laten doen, de 'tussenartiesten' in zijn maand Carré moeten gewoon boven. Whatever. De jongens van de Jan Rotband doen de eerste soundcheck, daarna de An + Jan-combinatie en vanaf drie uur druppelen de eerste gasten binnen, en horen we voor het eerst wat er gaat gebeuren als Wouter Hamel Ma Belle Amie zingt, Loïs Lane 100 Years, nummer 1 hit van Joey Dyser en Kaz Lux met Down man als Doemman. Ook Henk Hofstede is mooi op tijd terug van een tvopname in Brussel, en dan wachten alleen nog wat losse flodders. Gruppo Sportivo's Tokyo als Tokio, gezongen door Owen Schumacher in de rol van 'die andere kale brildrager uit Den Haag' Bart Chabot. De Rotjes in de Sporen van Calvijn van 'Schout bij Nacht', waar ik ineens door wordt overvallen en alleen met verstikte stem doorheen kom, want ik voel het diep verdriet van dat album weer, de strekking 'Ik leef alleen voor Ware Liefde en krijg haar zelfs niet op papier'  en daar ben ik toch maar mooi aan ontsnapt. Dat het originele koortje op plaat werd gezongen door de kinderen van mijn oudste broer, en nu door mijn eigen kroost geeft alles aan. Dankbaarheid past.
 In plaats van een Verrassingsveteraan is het uiteindelijk een Verrassingsdebutant geworden: Elvis Rot (bijna 16). Wasted Words van The Motions als Twittertaal door vader en dochter, de eerste keer publiekelijk in duet. Als we ons liedje doorspelen, merk ik dat we niet goed staan. Misschien zittend, samen op de pianokruk? Maar dan moet ik rechts om gitaar te kunnen spelen, en kan niet tegelijk haar aankijken met een half oog op mijn gitaar. Ah, aan de rand van het podium, het trapje naar de zaal!
'Teus, kun jij daar bij met licht?' vraag ik door de microfoon onze nieuwe bondgenoot Teus van der Stelt, die mij op Facebook verraste met het aanbod het licht voor vanavond te ontwerpen. Dat wordt geregeld. En iedereen voelt: dat is het helemaal. Qua geluid heeft zaaltechnicus Seth Mook, vertrouwensman sinds Chez Brood, die ook al de allereerste Rotavond in Carré deed ook geen wensen meer. Op naar de artiestenfoyer waar kok Maarten Jan van Peas Catering geheel in stijl Hollandse pot heeft gekookt met worst en spek van de Vegetarische Slager. Zoon Wolf, die cabaretier wil worden, weet al waar hij wil zitten. Een handtekening van Erik van M heeft ie ook al.


'We zijn nog nooit zo relaxt op tijd geweest, bijna eng,' zegt Helen Knapen, die ik nog ken als productieleidster bij Doe Maar de Musical, die ook de eerste drie Rotavonden op de dag zelf zorgde dat achter de schermen alles liep. Inmiddels begin ik in mijn optreedstemming te komen, een staat van bewustzijnsvernauwing voor de rest van de wereld, maar wel scherp genoeg om er aan te denken mijn batterijtjes te wisselen. Nog een snelle douche, mijn glimmende Turkse bruiloftspak met paars overhemd aan en terug naar de artiestenfoyer voor een oppep en bijvoorbaatdank-speechje  met drie rotregels: 1. geen anekdotes, grappen of extra aankondigingen, want die halen de vaart eruit. 2 Alcohol pas na negen uur en 3: vergeet niet langs de kleedkamer te lopen, waar Maarten Corbijn traditioneel een statieportret maakt, anders mis je ooit het grote Rot in Carré boek.
Om vijf voor zeven staan we achter het doek, een korte bandhug. Dan ga ik achter mijn vleugel zitten en kijk naar boven. Ik geloof niet in een hemel, maar ik voel hoe mijn moeder vol liefde op me neerkijkt. 'Ben je trots, mam?' voel ik. Man man, wat goed dit, het wordt een magische avond, dat voel ik aan alles.
Ik grijns naar Jaro, Eddie en Laszlo – wij gaan het doen vanavond.
Voor het gordijn leest Owen een brief voor "Lieve Bart - dat schrijft Jan dus, – ook dat ik ‘dat schrijft Jan dus’ moet zeggen, onze Janneman laat niks aan het toeval over –" om het speciale van de avond uit te leggen. Niet alleen dat het op de dag af 130 jaar geleden is dat Oscar Carré hier zijn eerste voorstelling hield, en dus vijf jaar geleden dat Jeroen Willems tijdens de doorloop naar het 125-jarig jubileum onwel werd en ter plekke overleed. Maar ook dat bijna alle nummers nieuw zijn, speciaal voor deze avond gemaakt. Te beginnen met Rocker in Holland nummer 1, Herman Brood. Stefan Rokebrand, die Herman speelde bij Chez Brood, staat al als een veer gespannen.
Dan scheurt het gordijn, de eerste tonen van Saturday Night, pardon... Zaterdagnacht.



De Neonzee van het pooiercafé      

Dooft mooi synchroon net vóór de zon
Magisch gaat stralen boven het dak waar
Een melancholisch Mokum nog tollend van de nacht hiervoor
Pal voor de supermarkt al klaar staat, ja



Ah joh, het was juli maar koud
En bij ons op het pleintje
Liep een gast langszij en vroeg ons wat we deden en waarom
En priemde zijn varkensvinger
Naar het gajes op het Pleintje aan de
overkant van de straat
Jawel en zegt:



 “Beetje  hangen? Klokkie rond?”
"Wat lul je nou, ‘beetje hangen’, man?”
Dus ik trap ‘m naar de grond
Beetje hangen? Klokkie rond?
Z’n kop vol bloedzooi, en geen tand meer in z’n mond, man



Ik teer een week

Ik teer een week op zaterdagnacht

En daar is geen woord cabaret of kleinkunst bij. We zijn los. 
 Nu eerst God straft wie rocker in Holland wil zijn voor de herkenbaarheid, en dan naar 1966, Jan Akkerman en the Hunters, met Russian Spy & I als Sovjetchick en ik. Dan Fay Lovsky, met Venus van Shocking Blue, op de setlijst Faynes en Dave van the Kik met Q'65, inclusief mondharmonica. 
Jakob Klaasse, met wie ik al sinds 1982 werk, zingt zelf Rob Hoeke's Drinking on my bed, als Berenburg op bed en ik verklaar mijn diepe liefde voor Nederpop middels een hertaling op de Shoes... 
Ik was misschien een jaar of tien
En op de – radio
Daar klonk een stem – van schuurpapier
In vol fortissimo

Een lied dat – iemand binnenkwam
Of – iets naar binnennam
Die nam – hem naar zijn baby mee
want die was far away... Na-na-na, na-na-na

Kaz Lux met zijn uit duizenden herkenbare zangstijl,toch stoer om daar naast te staan, Wouter Hamel, lekker bij stem en met exact de juiste tekstverwerking in Ja, lekker dier (ma belle amie) van de verlaten minnaar die toch rekent op een goede afloop, An + Jan met Ticket naar Timboektoe (Ticket to the Tropics) een solo-uitvoering van Earrings Gewoon een beetje vrede oftewel Just a little bit of peace in my heart en dan met Elvis op het trapje. 
'Ben je zenuwachtig?' vraag ik.
'Een beetje', geeft ze toe
'Dat zou ook gek zijn als je dat niet had,' brom ik vaderlijk.
Het publiek heeft haar bij voorbaat al vergeven als er iets mis zou gaan, maar dat is niet nodig. Elvis is voor het podium geboren, heeft een mooie stem en een eigen geluid. Wow. Bij voorbaat een twitterhit. En na dit hoogtepunt van een meisje van 15, naar een man van 60 jaar ouder. De liefste Jan uit 60 jaar Nederpop, Jan de Hont, legende van de Maskers en Neerlands Hoop maar vooral arrangeur en speler van een van de mooiste liedjes ter wereld, la Comparsa
In 2003 stond ik in de coulissen van Carré naast Jans andere broodheren Freek de Jonge en Boudewijn de Groot bij het jubileum van de Maskers en dacht: misschien is dit wel de laatste keer dat ik 'm La Comparsa zie spelen. Wat een feest om hem veertien jaar later op het podium te kunnen halen... 'Verwelkom hem met een staand applaus...' En Carré staat. En Jan geniet. En wij met hem. Zo'n moment dat iedereen tot in zij nekharen voelt dat het uniek is om hier bij te zijn. De twee liedjes met de vrijwel originele Schout bij Nacht-band klinken hier ook prachtig. De Rotjes doen het prima. En ik heb naast de gewone zangmicrofoon een headset zodat ik bij het slotstukje naast ze op de knieën kan. Een mooi plaatje is nooit weg.
De eerste helft sluit af met Elke avond dronken in hetzelfde café. Ik speel die nummers zelden en zeker niet met band. Als die plaat toen wel was opgepikt, had ik dit dertig jaar zo staan doen, schiet het door me heen. En nog een raar besef. In die tijd dacht ik vaak: je wordt niet beter dan dit. Dit is je top. Maar ik ben als uitvoerder nu veel verder. Voelt goed. 'Ik heb er dorst van gekregen. Het is pauze.'



De tweede helft begint mooi melancholiek met Winter voor het raam (Window of my eyes) en St Anna Gasthuis (Saint james Infirmary) - Cuby en Johnny Kendall. Ook lekker om even zelf piano te spelen, met de band. Dan Roberto Jacketti met I save \\\\\\the day als Ga voor vandaag. Je zou het zo op single uitbrengen. Een vrolijk Tokio met de zaal, een virtuoze Rot voor mij (oh lonesome me),  Loïs Lane – eerst met Ramona en dan ijzersterk met 100 jaar, en een verpletterende Henk Hofstede met twee nummers van de Nits in mijn vertaling. Nescio – met een mooi lijntje tussen het bezongen Paradiso en de overeenkomst in de naam van Anneke Grönloh en de echte naam van de schrijver J.W.A.  Grönloh. Maar eerst klinkt Three Sisters als Drie Zusjes. En bij het "Papa waar ben je, mama waar ben je en niemand weet meer waar ons huis is geweest", ben ik niet de enige met een brok in de keel.

Uit mijn multomap is per ongeluk Weekend verdwenen, zodat ik Erik van Muiswinkel al aankondig, terwijl Fay klaar staat voor Earth & Fire. Ik ben even in de war, en weet bij god de tekst niet meer van het refrein, zelfs als ik even bij Marjolein spiek en daarna weer terugloop ben ik het alweer vergeten en ik zie de mond van Fay bewegen, maar kan ook daar die vier regeltjes niet naar boven halen, al heb ik ze zelf geschreven..
Trouw in een vrouwenhart
Dan wil je nog geen dag of nacht apart
Vreemd, des te vaker dat jij verdwijnt
Ik alleen maar meer en meer bij jou wil zijn
Dan merk je ineens dat je al bijna geen vijftig meer bent. Gelukkig zingt Fay ijzerenheinig door dat ze weigert een 'wippie voor het weekend' te zijn', dat doet ze goed en het lied zit leep in elkaar, dat merk goed je als je het speelt.
Paloma Blanca is als Mee met de witte duiven zowel hilarisch als ontroerend, want tekstueel zou het een sterflied kunnen zijn, en zo wordt het ook wel gedraaid op begrafenissen enzo. Net als Wie weet waar (one way wind) van the Cats niet voor niets een kaskraker. 
En dan moet mijn eigen Counting Sheep er ook aan geloven natuurlijk, en met Schapen sluiten we de boel in stijl af met het hele spul op het podium, een glas bubbels in de hand. 

De toegift is voor de Jan Rotband. De ingeving om ineens 40 jaar Streetbeats te vieren met No more conversations strandt als ik het brugje vergeet, en we breken 'm maar gewoon af met een verzoekje aan het publiek. In april/mei komt het nieuwe album, mogen we alvast wat clipbeelden draaien voor onze nieuwe single? En dat fotograaf Jaap Reedijk ook meteen even het posterbeeld voor volgend seizoen schiet? Dat mag. 
In plaats van eerst alles op te ruimen, zoeken we vrienden en familie op in de leeglopende zaal en de foyer, gaan hier en daar op de foto en er zijn zelfs cadeautjes. En dan terug naar Rotterdam, iedereen in bed jagen, en opnieuw de hele nacht wakker liggen, zeer voldaan de hele wedstrijd naspelend – wat goed ging en wat niet – en meteen maar bedenkend wie ik per se als gasten wil over vijf jaar. Ha!
's Morgens kwart over zeven uit bed, de Rotjes bezwerend dat het bij een leven in de rock & roll hoort, om nu gewoon naar school te gaan. En dan vis ik ook nog even de drollen uit de kattenbak. God straft wie rocker in Holland wil zijn? Ha, niet vandaag!